Jongeren kunnen ook gebruik maken van de sociale zekerheid. Wat gebeurt er echter als die sociale zekerheid onvoldoende zekerheid biedt? Er zijn 590 OCMW’s in ons land, één per gemeente, die proberen de tekortkomingen te compenseren.
Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn “OCMW” is een optie voor een jongere die geen financiële steun meer krijgt van de ouders en een laag of geen inkomen heeft. Eerst begint zijn of haar OCMW een sociaal onderzoek met een maatschappelijk werker om de thuissituatie te beoordelen.
Het OCMW zal de jongere helpen bij het vinden van werk, een speciaal onderwijs of een opleiding als ze in aanmerking komen. Daarna moet de jongere zich aan een contract houden.
Het opstarten van een dossier is dus geen een-twee-drie. Het onderwerp moet worden besproken door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, naast het OCMW.
Mark debruyne (23) is lid van het Bijzonder Comité in Gent voor CD&V. De sociaal werkers van het OCMW verzamelen dossiers van de cliënten en ontvangen om de twee weken een overzicht van hun keuzes. De jonge mandataris zegt: “We oefenen een soort controlefunctie uit en stellen vragen.” Als het dossier niet wordt goedgekeurd of stopgezet, heeft de betrokkene het recht om gehoord te worden.
Mark vertelt: “Als jongste lid van het comité is het voor mij heel confronterend wanneer er leeftijdsgenoten gehoord worden.” Ik moet ook rationeel blijven. Ik zou kunnen zeggen dat ik het ermee eens ben dat het verhaal onjuist is. We accepteren geen aanvragen van kinderen die willen vertrekken uit hun huis terwijl hun ouders hen nog steeds financieel willen ondersteunen. Schwierigere omstandigheden krijgen prioriteit.
Lees ook: Is je geld veilig bij Wise Bank?
Mark is nu zich ervan bewust hoeveel moeite, onderzoek en verantwoordelijkheid er in een dossier zit. Het is dus bijna onmogelijk dat “luieriken” of “profiteurs” het systeem misbruiken. Het OCMW wordt nog steeds geassocieerd met stigma, wat mensen ervan weerhoudt om hulp te vragen terwijl ze er recht op hebben. Ik vind dat erg jammer.
Bovendien is het probleem niet dat mensen het OCMW niet kennen; het is eerder dat ze door de taalbarrière niet kunnen helpen.
Henk Vandevorst, vormingswerker bij Arktos, kan daarbij helpen. In samenspraak met het OCMW helpt hij bij het opzetten en begeleiden van dossiers. Sommige mensen vinden het moeilijk om hun probleem aan een professional te vertellen. Ze zijn niet in staat om de juiste woorden te vinden of hebben een slechte beheersing van de taal. Als outreacher neem ik contact op met de jongeren via telefoon en bel ik hen om te vragen of alles goed is met hen. Henk vertelt: “We zetten samen een traject op waarbij ik kijk op welke levensdomeinen het fout loopt.”
Henk vertelt jongeren ook wat OCMW is en wat het doet. Henk en de sociaal werkers moeten nagaan wat een jongere eerst nodig heeft bij elke aanmelding. Mogen ze eerst investeren in werkgelegenheid en dan pas in welzijn? De diensten die zich bezighouden met arbeidsbemiddeling onderzoeken de problemen op dat gebied. Sommige jongeren beschouwen randvoorwaarden als essentiële voorwaarden.
Wanneer iemand abrupt uit huis wordt gezet, is het onwaarschijnlijk dat ze de volgende dag werken. Toch is het niet ongewoon. Wij helpen hen bij het vinden van een baan. Er moet aan alle basisvoorwaarden voldaan zijn voordat duurzame tewerkstelling mogelijk is. Henk stelt dat jongere mensen bij het OCMW vaak denken aan een leefloon, maar dat ze ook helpen bij werken, wonen en budgetbeheer.
Jasmin (24) kwam voor de jeugdrechter toen ze bijna zes jaar oud was. Ze was al heel jong verplicht om zelfstandig te leren; Ze klopte aan bij het OCMW om een sociale woning en een leefloon te krijgen.
Lees ook: Hoeveel pensioen na 20 jaar werken in België?
Als zesjarige moest ik vanwege de moeilijke situatie niet meer thuis blijven. De tantes, nonkels en mijn oma zorgden voor mij. Ik werd opgesloten in een instelling toen ik vijftien was. Ze hebben me een persoonlijke begeleider en gezinstherapeut toegewezen om me te ondersteunen. Rond die leeftijd koesterde ik de wens om terug te gaan wonen bij mijn moeder, maar na teleurstellingen en mislukte pogingen besloot ik op mijn zeventiende dat ik zelfstandig wou wonen.
Dat gebeurde niet zomaar. De eerste stap was het aansluiten bij een leefgroep bestaande uit tien jongeren. Er was nog geen sprake van echte zelfstandigheid als minderjarige. De activiteiten van de leefgroep dienen als instructie. De begeleiders stellen regels op, iedereen krijgt dagelijkse taken en er worden beurtrollen afgesproken. Je kunt sneller naar een studio verhuizen als je beter presteert. Dat is de tweede stap. Er is nog steeds voortdurende begeleiding achter de schermen; Als ik de studio verliet, wisten mijn begeleiders dat.
Ik moest bewijzen dat ik goed met geld kon omgaan met vijftig euro per week voor boodschappen. Na een positieve beoordeling kreeg ik de mogelijkheid om een aanvraag voor een sociale woning in te dienen. Ik was zo blij toen ik hoorde dat ik er een had gekregen. Ik kreeg eindelijk de kans om volledig alleen te leven.
Gelukkig was het OCMW nauwgezet en hadden we maandelijks een gesprek. De instructie was voornamelijk gericht op het controleren van de regels en uitgaven. Ik kreeg hulp van het jongerenwelzijn bij de eerste rekeningen en het papierwerk. We gingen samen op zoek naar manieren om een wateraansluiting te regelen, meterstanden door te geven en geld te besparen. Ze leerden mij hoe ik mijn schoolwerk en mijn baan kon combineren als zelfstandig wonende student.
Ik woon nog steeds in een huis van de gemeenschap. Het leefloon en de huursubsidie vallen weg omdat ik fulltime werk, maar dat vind ik normaal. Ik ben zowel mijn begeleiders als het OCMW zeer dankbaar. Mij hebben ze opgevangen en alles geleerd wat ik moest weten om een verantwoordelijke volwassene te worden. Ik heb dankzij hen een gevoel van veiligheid en optimisme in de toekomst.
Wil ik ooit een eigen huis hebben? Ja! Ik wil echter volledig gerust zijn over mijn financiële zekerheid in dat geval. Ik wil niet het risico nemen om zonder inkomen of huis te vallen. Ik ben alleen maar sterker geworden door de vele woelige waters die ik al heb doorzwommen.
Hoeveel geld krijg je van OCMW?
Met ingang van 1 januari 2024 gelden de volgende leefloonbedragen:
Partner: 842،12 euro per maand، of 10.105،38 euro jaarlijks.
Een persoon: 1.263،17 euro per maand of 15.158،08 euro jaarlijks.
Familie: 1.707،11 euro per maand en 20.485،33 euro per jaar in totaal.
Een reactie achterlaten