Het kernkabinet van de federale regering heeft na wekenlange onderhandelingen overeenstemming bereikt over de pensioenhervorming.
De kern van de deal zijn minimumvoorwaarden voor het in aanmerking komen voor een pensioen en de herinvoering van pensioenbonussen voor degenen die langer willen blijven werken.
Na meerdere moeizame onderhandelingsrondes en een langdurig gesprek gisteravond tussen premier Alexander de Croo en verschillende PS-elites, werd rond middernacht de pensioenhervorming van de federale regering geschrapt.
Er liggen nog drie concrete documenten op tafel: toegang tot een minimumpensioen, invoering van pensioenbonussen en maatregelen voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Deeltijdpensioenen en vervroegd pensioen zijn tegenwoordig van de onderhandelingstafel verdwenen, evenals DoD-pensioenen en NMBS-chauffeurs.
De belangrijkste bron van wrijving voor Vivaldi Zevende Partij is de ingangsvoorwaarde van het minimumpensioen. Concreet gaat het om arbeidsjaren, maar ook om de zogenaamde inwerkperiode.
Dit zijn periodes waarin mensen niet productief aan het werk zijn, bijvoorbeeld door ziekte, maar wel geteld kunnen worden.
PS is de partij die het meest toegankelijk wil blijven, terwijl de anderen vooral de koppeling tussen werk (en premie) en pensioen willen versterken.
Wat hield deze hervorming precies in?
Minister-president Alexander De Croo lichtte meer toe in een persconferentie:
1. Effectief werk als voorwaarde voor het ontvangen van het minimumpensioen:
Volgens de overeenkomst moet u minimaal vier vijfde van de 20 jaar effectief hebben gewerkt om in aanmerking te komen voor het minimumpensioen.
Het gaat om jaren van 250 werkdagen. De 20 jaar worden geteld in dagen en zijn dus gelijk aan 5.000 werkdagen.
“Onze regering heeft het minimumpensioen fors verhoogd, wat neerkomt op minstens 1.500 euro”, aldus De Croo. “Maar het is normaal dat je iets teruggeeft. We vragen mensen om 20 jaar actieve arbeidsvoorwaarden te hebben. Dat is nieuw in ons pensioenstelsel.”
PS kon een ruime overgangsperiode bedingen om rekening te houden met de reeds verworven rechten. Vanaf 1 januari 2024 (wanneer de hervormingen van kracht worden) mag iedereen van 53 jaar en jonger niet 5.000 dagen werken om het minimumpensioen te ontvangen. Voor 54-60-jarigen is de eis voor effectieve werkdagen lager.
Minimumpensioen: hoe ver?
In het regeerakkoord is twee jaar geleden afgesproken om het minimumpensioen te verhogen naar “1.500 euro netto”. Maar met dat aantal moet je voorzichtig zijn: dat bedrag krijg je alleen als je een volledige carrière van 45 jaar kunt laten zien.
Dus wie een onvolledige loopbaan heeft, zal dat aantal evenredig zien afnemen naarmate hij of zij minder uren werkt. Dus ervan uitgaande dat je 30 jaar hebt gewerkt, heb je maar recht op 2/3 van dat bedrag.
Volgens het kabinet-Lalieux bedraagt het minimumpensioen voor werknemers op dit moment na volbrenging van een volwaardig beroepsleven in totaal 1.504 €. Eigen vermogen – dus geen roerende voorheffing – kom je vandaag op 1.423 €.
Door de jaarlijkse verhoging van het minimumpensioen, de komende uitkeringsaanpassing en indexatie kan het netto minimumpensioen volgend jaar al boven de 1.500 € uitkomen.
Tegen januari 2024, wanneer de pensioenhervorming van kracht wordt, kan het zelfs oplopen tot 1.630 euro.
Wie langer dan 5 jaar arbeidsongeschikt is, moet ook minder dan 20 jaar voor dit minimumpensioen hebben gewerkt.
Volgens PS is dit een manier om vrouwen, bij wie chronische ziekten vaker voorkomen, te beschermen tegen uitsluiting van het recht op een minimumpensioen. Zwangerschaps-, borstvoedings- en palliatief zorgverlof worden ook als praktisch werk beschouwd.
2. Pensioentoeslag:
Pensioentoeslagen, ooit afgeschaft door het vorige kabinet, keren terug. “Als je ervoor kiest om te blijven werken, zorgen we ervoor dat het loont”, zegt De Croo. “Dan kun je hogere pensioenen opbouwen. Die verhoging is voelbaar en terecht. Want mensen die blijven werken, blijven ook bijdragen aan het pensioenstelsel. Dan is het normaal dat je ze extra beloont.”
Voor wie niet vervroegd met pensioen gaat, zal de pensioenbonus 2 à 3 euro per dag bedragen. Hiervoor moet u maximaal 3 jaar een netto aanvullend pensioen van 300 € tot 500 € per jaar kunnen ontvangen. “Dus als je drie jaar extra werkt, creëer je een soort extra 13e maand”, aldus De Croo, die meent dat mensen daardoor langer doorwerken. Het planbureau moet ook het specifieke bedrag en de bijbehorende kosten berekenen.
De Croo spreekt van “wortelen en stokken”: “Wie ervoor kiest om langer te werken, bouwt meer pensioen op. Dat is de wortel. Maar de stok is dat we wel effectieve arbeidsvoorwaarden invoeren voor minimumpensioenen.”
3. Hogere pensioenuitkeringen na in deeltijd werken:
Tot slot komen er ook enkele aanvullende pensioenen bij voor wie in het (verre) verleden (lees: voor 2001) in deeltijd werkte, bv. kinderopvang.
“Als we naar de cijfers kijken, zal het vooral vrouwen ten goede komen”, zei De Croo. “Voor wie ervoor koos om vóór 2001 minder te gaan werken, bijvoorbeeld om voor de kinderen te zorgen, zou dat worden gecorrigeerd. Waarom vóór 2001? Toen werden systemen zoals tijdskrediet ingevoerd, meer gelijk. Voordien, als vrouwen minder gingen werken, waren ze vooral benadeeld.”
4. Is er meer?
Alle ministers benadrukten vandaag dat “dit niet het einde is”. Grotere hervormingen, wat klinkt als “deel twee”, moeten volgen. “Na je pensionering moet je constant hervormen, constant maatregelen nemen.” Daartoe wordt aan de sociale partners gevraagd om verder te werken aan een reeks andere thema’s, zoals de 42-jarige arbeidsvoorwaarden voor brugpensioen en de universalisering van de arbeidsvoorwaarden tweede pijler.
Volgens PS Pensioenminister Karine Lalieux is het doel om het pensioenstelsel “sociaal en financieel houdbaar” te houden.
Lees ook: Wie krijgt pensioen van 1500 euro in België?.
Een reactie achterlaten