Het gegarandeerd minimumpensioen voor alleenstaanden in België gaat begin 2024 omhoog naar 1.650 euro bruto (of 1.575 netto) per maand. De nettodrempel van1.550 euro wordt naar verwachting in mei 2023 bereikt. Tussen september 2020 en januari 2024 stijgt het totale minimumpensioen naar schatting met 370 euro. Er wordt voldaan aan een belangrijke ABVV-vereiste.
Waarom gaat het pensioengeld stijgen in België?
De verhoging van het minimumpensioen is het gevolg van drie factoren:
- Koninklijk besluit van 20 december 2020 tot verhoging van het gegarandeerd minimumpensioen. Naast indexatie en koppeling aan welvaart en stabiliteit heeft het kabinet ook besloten om het minimumpensioen (in totaal 11%) stapsgewijs te verhogen.
- Welvaartsstabiliteit binnen een handbereik.
- Indexering wegens overschrijding van de spilindex.
Deze stijging is voor 44% te verklaren door verhogingen van het minimumpensioen, voor 42% door indexering en voor 17% door de stabiliteit van de uitkeringenveloppe.
Minimale kosten van levensonderhoud:
Terug in de tijd. Het ABVV nam op zijn Algemene Vergadering in 2018 een resolutie aan om een minimumpensioen van 1.550 euro netto per maand te garanderen. “Het minimale netto pensioen is 1.510 euro, dit is de minimale toelage voor levensonderhoud na pensionering. De kosten nemen alleen maar toe met de leeftijd.”
Het Federaal Gezamenlijk Akkoord van 30 september 2020 bepaalt ook dat “het minimumpensioen geleidelijk zal worden verhoogd tot 1.510 euro netto voor een volledige loopbaan, en als de loopbaan onvolledig is, zal het worden verlaagd volgens het verschil tussen de loopbaan en de leeftijd van 45 jaar. “
Voor wie is dat van toepassing?
Zodra een werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, heeft hij of zij recht op een gegarandeerd minimumpensioen in de privésector als hij of zij 2/3 van een volledige loopbaan van 45 jaar (dwz 30 jaar) heeft gewerkt.
Zo hebben mensen die kunnen aantonen dat ze 30 jaar hebben gewerkt (werkend of gelijkgesteld) recht op 2/3 van het minimumpensioen van 1.510 euro (of meer als de beroepsomstandigheden dit toelaten).
Wie minder heeft dan 30 jaar dienstjaren, mag zijn pensioen alleen berekenen op basis van zijn inkomen tijdens zijn loopbaan (inclusief de periode van naturalisatie), en krijgt niet het minimumpensioen.
Lees ook: Is het slim om aan pensioensparen te doen?
Pensioen v/m:
Een mannelijke werknemer heeft bij pensionering gemiddeld 44 jaar beroepsleven (één jaar = minstens 208 gewerkte dagen of equivalent). Voor vrouwen is dat slechts 39 jaar (ook 208 dagen per jaar). Bijgevolg hebben de meeste vrouwen geen recht op een volledig gegarandeerd minimumpensioen.
Erger nog, bijna een derde van de vrouwen heeft geen recht op het minimumpensioen omdat ze niet de vereiste 30 jaar heeft gewerkt. Er moet dus een grote inspanning worden geleverd om een minimumpensioen te krijgen. Vooral voor vrouwen en deeltijdwerkers.
Een reactie achterlaten